Mats Wieffer (22) is de nieuwste Feyenoord-aanwinst. De komst van het Excelsior-talent doet de wenkbrauwen toch wel een tikkeltje fronsen. Maar onze Wesley, die Mats Wieffer een jaar van dichtbij volgde in zijn rol als Excelsior-watcher voor het AD, vertelt in deze longread waarom hij verwacht dat de twintiger in De Kuip gaat slagen.
The gladiator, de generaal, the Turkish Tyson. Zomaar wat heroïeke bijnamen van wat Feyenoord-spelers in de huidige selectie. Mats Wieffer, die zich sinds gisteren officieel Feyenoorder mag noemen, hield in zijn eerste maanden bij Excelsior een bijnaam van een compleet andere orde over. Toenmalig ploeggenoot Robin van der Meer noemde hem al snel Bambi. Het onstuimige loopje van de Tukker, zeker wanneer hij de bal aan de voet had, had veel weg van het schattige hertje dat op het ijs wankelde. En het klopt: Wieffer beweegt niet als een doorsnee voetballer en oogt op het eerste gezicht als een slapjanus.
Toch ga ik je in dit stuk vertellen waarom hij het in De Kuip gaat maken. Want wie iets verder kijkt dan z’n neus lang is, ziet dat Wieffer dan misschien een apart loopje heeft, hij kan wel degelijk geweldig voetballen. Met af en toe onnavolgbare oplossingen verraadt hij over een enorme dosis spelinzicht en – och wat een heerlijk woord – gogme te beschikken. Bij Excelsior had hij een paar maanden nodig om erin te komen, al snel toonde hij aan over geweldige kwaliteiten te beschikken. Op de perstribune zag ik collega-verslaggevers steeds vaker met open mond kijken. ‘Zo, die krullenbol kan wel ballen hè? Wie is dat?’.
Hij is een typisch gevalletje ‘schijn bedriegt’. Pak alleen al zijn eerste profdoelpunt, tegen FC Volendam in 2021, er maar eens bij. Met een solo van 70 meter dribbelde hij doodeenvoudig richting het vijandelijke doel, liet hij met ogenschijnlijk houterige en simpele bewegingen zijn tegenstanders op kelderklasseamateurs lijken, en prikte hij op het moment suprême – nadat hij bijna over z’n eigen stokken struikelde – de bal binnen. Het zag er net zo indrukwekkend als kolderiek uit. Typisch Wieffer, geen geboren doelpuntenmaker.
Na die wedstrijd schoot Wieffer zelf in de lach toen ik hem voor de krant wat vragen stelde over zijn doelpunt. ,,Dit is nou precies de reden dat ze bij FC Twente helemaal gek van me werden als ik de bal niet overspeelde”, zei hij. Wieffer stond in de jeugd bij FC Twente jarenlang op ‘tien’ en was zelfs nog een tijdje spits. Als box-to-box middenvelder zou hij uiteindelijk het verst komen.
Hij ontwikkelde zich in Enschede zelfs zo goed dat hij in 2019 door de supportersvereniging van de club werd uitgeroepen tot talent van het jaar. Hij had toen amper twee duels voor het eerste elftal gespeeld. ,,Hij doet ons denken aan Frenkie de Jong van Ajax”, klonk het. Toch kreeg hij bij FC Twente nooit een echte kans. Wellicht keken de trainers van toen niet verder dan zijn ranke postuur en zijn aparte loopje.
Bij Excelsior zagen ze het wél in hem zitten. En op Woudestein liet Wieffer zijn voeten het woord doen. Het statistiekenbureau Opta gaf mij opbeurende cijfers over het afgelopen seizoen. In zijn eerste seizoen als profvoetballer scoorde hij al hoog op het onderdeel ‘ballen veroveren’, afgelopen seizoen – zijn tweede op profniveau – was hij daarin de beste van de competitie. Daarnaast won hij ook de meeste duels, meer dan bijvoorbeeld kleerkast Thomas Verheydt van ADO Den Haag. En qua ‘geslaagde tackles’ belandde hij ook in de top-3 van de KKD.
Zwakke punten
Het kan toch niet alleen maar positief zijn? Er zal toch een reden zijn dat Wieffer op zijn 22ste nog in de eerste divisie speelde? Opta gaf aan dat het zoeken naar een speld in een hooiberg was, maar toch rolden er twee zwakke punten uit de databanken. Het eerste: Hij wint ‘maar’ 53 procent van zijn persoonlijke duels. Hij wordt continu met Excelsior-voorganger Jerdy Schouten vergeleken, maar die won een niveautje hoger in de eredivisie 59 procent van zijn duels. Wellicht kunnen Hans en zijn zoon Jordan Kroon hem deze zomer eens onder handen nemen.
Het tweede minpuntje: het aantal gemaakte overtredingen. Het afgelopen seizoen vloerde hij 62 keer onreglementair een tegenstander. In de gehele competitie maakten slechts vier spelers méér overtredingen dan hij. Maar het is nu niet zo alsof we het over slagers Arthuro Vidal of Pepe hebben, want het leverde hem over het hele seizoen gezien slechts één schorsing op. Excelsior-trainer Marinus Dijkhuizen zag hem op dit onderdeel bovendien slimmer worden dan in zijn debuutseizoen.
Lievelingetje van Dijkhuizen
Begin overigens tegen Dijkhuizen over de dynamische middenvelder en de immer diepe frons in het gelaat van de trainer maakt plaats voor kraaienpootjes langs zijn ogen. Wieffer was het absolute lievelingetje van Dijkhuizen. ,,Ik zette hem als eerste op het wedstrijdformulier. Hij is een voetballer in extreme mate, heeft de creativiteit die anderen niet hebben en is dit seizoen veel minder naïef in zijn spel geworden. Het ziet er misschien slungelachtig uit, maar qua loopvermogen scoort hij bij ons het hoogst in de data. Qua sprintmeters en duurafstand is hij veruit onze uitblinker.”
Dijkhuizen denkt dat zijn collega Arne Slot straks wel raad weet met de tweede zomeraanwinst van deze transferperiode en dat Wieffer perfect in het Feyenoord-systeem past. ,,In het aansluiten en terugsluiten heeft hij enorm veel vermogen. Dat komt dus omdat hij qua sprinten en loopvermogen veel inhoud heeft. Ook in de laatste vijf minuten kan hij nog voluit. Zijn handelingssnelheid moet nog wat omhoog, net als zijn rendement, maar hij heeft echt enorm veel voordwaarden. Ik ben ervan overtuigd dat hij met betere spelers om zich heen gaat slagen in De Kuip.”
Het klinkt allemaal rooskleurig, maar het is nogal een stap. Van de nummer zes van de Keuken Kampioen Divisie naar Feyenoord, waar de lat na een geweldig Europees seizoen hoger zal liggen dan gebruikelijk. Dijkhuizen stelde me in die mate gerust en wees me op iets interessants. In de bekerwedstrijden die Excelsior de afgelopen jaren tegen eredivisionisten PEC Zwolle, Vitesse en FC Groningen speelde, was Wieffer met meer ruimte nóg beter dan in de Keuken Kampioen Divisie. Ook dat biedt hoop.
Jerdy Schouten
Zoals gezegd komt de afgelopen dagen continu de vergelijking met Jerdy Schouten voorbij. Het verhaal is bekend: Feyenoord was te bescheten om diep in de buidel te tasten voor een talent van Excelsior, dat toen nota bene uit de eredivisie degradeerde. Het Italiaanse Bologna durfde het wel aan. Inmiddels is Schouten vijfmaal zijn transferbedrag waard en maakte hij onlangs zijn debuut in Oranje. Zou Feyenoord Wieffer hebben aangetrokken vanwege vrees voor zo’n zelfs scenario? Was dit niet gewoon een gevalletje FOMO (fear of missing out) van de grote broer?
Wellicht, maar vrijwel alle cijfers spreken deze transfer in het voordeel. Bovendien telde Feyenoord volgens het AD slechts een half miljoen neer voor Wieffer. Een risicoloos koopje. Mocht hij bovendien in Rotterdam-Zuid mislukken, kan hij altijd nog aan half Duitsland versleten worden. HSV, Schalke’04 en Union Berlin hadden in het (recente) verleden ook al hun zinnen op hem gezet. En FC Utrecht zag hem ook als versterking, maar haakte na het zien van het prijskaartje af. Je kan je daarom afvragen wat Frank Arnesen de stadgenoot heeft toegezegd. Goed, dat is voor een ander verhaal.
Welke positie?
We moeten misschien nog een antwoord vinden op de vraag waar de allround voetballer zich straks mag laten zien. Waar gaat hij kansen krijgen van Slot? Hoewel hij bij Excelsior ook een tijd als centrale verdediger speelde, zie ik hem puur als middenvelder. En anders dan controlerende middenvelder Schouten, die over soortgelijke voetbalkwaliteiten beschikt, is Wieffer meer een box-to-box speler. Bij Excelsior speelde hij in de meeste gevallen rechts van centrale middenvelder Joshua Eijgenraam.
Volgens Dijkhuizen kan hij echter net zo goed op links uit de voeten, de plek die nu nog van Kökçü is. ,,Ik deed dat omdat ik hem met Siebe Horemans wilde verbinden. Omdat die twee ontzettend creatief zijn”, legde Dijkhuizen uit waarom hij zijn lievelingetje niet aan de linkerkant, maar aan de rechterkant van het middenveld posteerde. Ook interessant: Feyenoord en Excelsior speelden afgelopen seizoen met een vrijwel identiek systeem. Aanpassingsproblemen qua tactiek zullen we dus niet van hem hoeven te verwachten.
Tel alles bij elkaar op en oordeel zelf. Zijn de Feyenoord-schoenen straks veel te groot voor een speler die bij FC Twente niet slaagde en het tot op heden eigenlijk alleen in de eerste divisie liet zien? Of heeft Feyenoord met Wieffer voor een schijntje een mogelijk pareltje opgepikt, eentje die straks in het rijtje van Dries Mertens, Kevin Strootman en zelfs Frenkie de Jong mag aansluiten? Ik denk het laatste.