Vijftien miljoen? Of meer richting de twintig? Of misschien zelfs wel dertig? Wat gaan onze etalagetoppers Orkun Kökçü en Luis Sinisterra na een geweldig seizoen in Europa straks uiteindelijk opleveren? Op supportersfora wordt er lustig op los gespeculeerd. En hoewel niets zo onnavolgbaar is als de bepaling van marktwaardes van spelers, speculeren wij – de supporters – er nu eenmaal op los.
Voor mij is dit speculatiespel topvermaak. Als je goed luistert naar sommige Feyenoord-aanhangers, krijg je de indruk dat er sprake is van een bepaalde wetenschappelijke formule. Wat die precies is, is me een raadsel. Wat ik wel weet is dat contractduur, leeftijd, een status als international en prestaties in een Europese competitie essentiële componenten zijn.
En dus blijft de vraag: hoeveel moeten Feyenoords paradepaardjes straks in het laatje brengen? De algehele consensus is dat beide spelers niet minder mogen opleveren dan ons huidige verkooprecord. Dirk Kuyt, de voetballer die in de clubgeschiedenis van Feyenoord het meeste geld heeft opgeleverd, moet na vijftien jaar maar eens uit de geschiedenisboeken. Als je als geïnteresseerde club de historische grens van achttien miljoen ekkies niet wil slechten, hoef je echt nooit meer te komen.
Vanuit dat vertrekpunt zou je kunnen stellen dat Feyenoord zeer content moet zijn met een bedrag van twintig miljoen per speler. Hoewel dat ongekend veel geld voor een club als Feyenoord is, kan je je ook afvragen of de club er écht tevreden mee moet zijn? Ik denk het niet.
Er moet toch meer inzitten voor deze twee pareltjes? Met een Europese finale in de benen en de daarmee gepaarde topstatistieken is dit hét moment om eens écht te cashen. 25 miljoen per speler! Dat klinkt ons beter in de oren. Laten we gemakshalve eens uitgaan van dat bedrag. 25 miljoen. Zo gezegd, maar is het ook zo betaald?
Een blik op Transfermarkt.nl leert ons dat er in de totale geschiedenis van de voetballerij 474 keer een bedrag van 25 miljoen euro of meer is betaald voor een voetballer. Mooi, dan worden onze Turkse en Colombiaanse attracties nummers 475 en 476. Toch? Nou, dat ligt helaas net iets gecompliceerder. Laten we eens wat inzoomen.
Van die 474 transfers werden er 460 (!) spelers gekocht door een club uit één van de grote vijf Europese competities. In de veertien andere gevallen verhuisde een speler naar Rusland (7), China (5), Oekraïne (1) en Portugal (1). In China bleek het voetbalspeeltje sinds 2017 toch niet meer zo leuk en in Rusland en Oekraïne hebben ze al hun geld momenteel nodig voor wapens. En Portugal? Dat verkoopt liever dan dat het (duur) inkoopt. Uit die competities hoef je dus geen kruiwagens met poen te verwachten.
Frank Arnesen hoeft deze zomer dus enkel belletje uit Engeland, Spanje, Italië, Duitsland en Frankrijk op te nemen. Maar of die telefoon ook echt veel zal rinkelen, is nog maar de vraag. Uit de transfergeschiedenis hoeft onze technisch directeur niet te veel hoop te putten.
Want van de 460 transfers naar ‘The Big Five’ werden er 377 onderling afgesloten. Daarnaast shopten de clubs uit de grote vijf competities 33 keer in Portugal. Slechts 50 keer (waarvan onze aartsrivaal al voor 20 procent verantwoordelijk is) was het kassa voor clubs uit kleinere bonden, zoals de Nederlandse. Kijken we door een realistische bril naar het transferspel, zien we dat het vrij uitzonderlijk is dat er bedragen van 25 miljoen euro of meer worden betaald voor spelers uit kleinere competities.
Wat houdt dat dan voor Feyenoord in? Het is misschien verstandig om de verwachtingen wat terug te schroeven. Zijn Kökçü en Sinisterra 25 miljoen waard? Vast wel. Gaat Feyenoord het ook voor ze krijgen? Waarschijnlijk niet. Misschien dat FOMO bij geïnteresseerde clubs de prijs nog een beetje kan opdrijven. Laten we het hopen. Hoogste tijd dat die transferzomer nu echt gaat losbarsten. Wie biedt?